In hoeverre is een franchisenemer verplicht om een bijdrage voor landelijke marketingte betalen aan de franchisegever? Uit een uitspraak van het Hof Amsterdam blijkt dat de redelijkheid en billijkheid meebrengen dat de franchisenemer van Spare Rib Express niet verplicht is om die bijdrage te betalen. Advocaat franchiserecht Manita Hamberg licht de uitspraak toe.
De feiten in deze zaak liggen als volgt. De franchisegever, Spare Rib Express Nederland BV, heeft in 1997 een franchiseovereenkomst gesloten met een franchisenemer.
In deze overeenkomst is een te betalen maandelijkse franchisefee afgesproken van 6 procent van de totale omzet, exclusief btw in de desbetreffende maand. De franchiseovereenkomst voorziet verder niet expliciet in een aparte bijdrage voor marketingactiviteiten.
Franchisenemer stemt niet in met nieuwe bijdrage
Op de jaarvergadering van 2009 is voor het eerst gestemd over een voorstel van Spare Rib Express voor een landelijke marketingbijdrage. Alle aanwezige franchisenemers konden zich hiermee verenigen. De franchisenemer in kwestie heeft over de jaren 2009, 2010 en 2011 steeds ingestemd met de voorgestelde marketingbijdrage en deze ook voldaan.
Op de jaarvergadering 2012 heeft de franchisenemer evenwel niet ingestemd met het voorstel van Spare Rib Express om de marketingbijdrage over 2012 (opnieuw) vast te stellen op 1 procent per maand over de omzet exclusief btw (tot een max van 400 euro per maand) en ook aangegeven deze bijdrage niet te zullen voldoen.
Franchisegever eist betaling van franchisenemer
Spare Rib Express stelt dat zij gerechtigd is betaling van de landelijke marketingbijdrage van al haar franchisenemers, en dus ook van de franchisenemer in kwestie, te blijven verlangen. Zij start daarom een bodemprocedure tegen de franchisenemer.
De kantonrechter heeft de vordering van Spare Rib Express echter afgewezen en overwoog daarbij dat de franchiseovereenkomst uit 1997 geen grondslag bood voor de vordering en dat zij evenmin gerechtigd was de overeenkomst in die zin te wijzigen dat de franchisenemer gehouden is naast de afgesproken franchisefee een maandelijkse marketingbijdrage te betalen. Tegen deze beslissing is Spare Rib Express in hoger beroep gegaan.
Hof: verplichting bijdrage onvoldoende onderbouwd
Het Hof volgt de kantonrechter in zijn oordeel. Het Hof acht het argument van Spare Rib Express dat de franchisefee van 6 procent, zoals overeengekomen in 1997, in de huidige tijd met de komst van het internet niet afdoende is om de marketingkosten te dekken, onvoldoende onderbouwd zeker nu de franchisenemer als (tegen)argument heeft aangevoerd dat Spare Rib Express ook al via de afgesproken franchisefee meeprofiteert van de hogere omzetten van de franchisenemer.
Ook het argument van Spare Rib Express dat de franchisenemer op grond van het franchiseketenbelang gebonden is aan het besluit van de meerderheid van de franchisenemers en dit belang daarom boven het individuele belang van de franchisenemer dient te prevaleren, wordt niet gevolgd door het Hof nu de franchiseovereenkomst niet voorziet in een dergelijke gebondenheid.
Aanvullende werking redelijkheid en billijkheid
Ook vloeit die gebondenheid niet voort uit de eerdere marketingbijdragen die wel zijn voldaan door de franchisenemer. Het Hof vult verder aan dat niet kan worden beoordeeld of de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid in dit geval meebrengt dat in het kader van het franchisebelang de franchisenemer een niet-contractuele bijdrage moet blijven leveren aan landelijke marketing.
Zeker omdat onduidelijk is gebleven wat de voordelen van de landelijke marketing voor Spare Rib Express zijn (geweest) in termen van omzetvergroting, waardevermeerdering van de keten en kostenreductie. Het Hof Amsterdam bekrachtigt daarom het vonnis in eerste aanleg.
Franchiseovereenkomst niet in de wet geregeld
Een franchiseovereenkomst is niet afzonderlijk in de wet geregeld. Daarom gelden slechts de algemene bepalingen die op overeenkomsten van toepassing zijn.
Franchiseovereenkomsten zijn hierdoor vaak omvangrijke en gedetailleerde documenten, waar doorgaans ook nog een franchisehandboek bij hoort. Hierin worden de praktische en operationele aspecten van de franchise nader uitgewerkt en vastgelegd.
Betaling van de franchisevergoeding
De verplichtingen van de franchisenemer liggen voornamelijk bij de betaling van de franchisevergoeding en bij de dagelijkse gang van zaken. De franchisegever houdt zich bezig met marketing en het aansturen van de gehele franchiseketen.
Vaak wordt gebruik gemaakt van een standaard franchiseovereenkomst die ook aan andere franchisenemers binnen de keten is aangeboden. In veel gevallen laat de franchiseovereenkomst echter ruimte voor interpretatie. Het is dan ook noodzakelijk om de gemaakte afspraken goed vast te leggen.
Manita Hamberg is advocaat franchiserecht bij AMS Advocaten.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl